Via Achtergrondinformatie allerlei info over de Bollenstreek (geografisch, historisch, maatschappelijk e.d.) Ga bij problemen naar PROBLEMEN |
Geschiedenis Hillegom
Ik raad U aan eerst
de
Inleiding
te lezen voordat U een specifieke paragraaf leest.
De, hierna volgende, geschiedkundige informatie van Hillegom is niet bedoeld om een volledig beeld te geven. De informatie bestaat uit fragmenten (groot en klein) over zaken of gebeurtenissen welke ik interessant vond, bij mij herinneringen opriepen of welke ik van belang achtte als context bij mijn stamboom. [1] [2] [3] [4] Over de herkomst van de naam Hillegom is veel gespeculeerd. Een redenering is, dat de huidige naam Hillegom ontstaan is uit twee woorden, “Hille” wat staat voor hoogte of duinen (Hill in het Engels) en “gom” of ‘’gumme” in het Oud Saksisch voor hof. In archiefstukken uit de 13e en 14e eeuw komen we ‘’Hilleghem’’, ‘’Hijllinhem’’, Hillighim’’, ‘’Hillinchen’’, ‘’Hillinhem’’, “Hyllenkem”, ‘’Hyllingen’’, ‘’Hildeghem”, “Hilleghim” en “Hillinghem” tegen. Volgens een ‘’expert’’ op het terrein van namen van dorpen en steden zou het een afgeleide zijn van ‘’Heiligheim’’. Maar waarschijnlijk heeft de naam te maken met het Germaanse woord “hildingaheem”, heem (woonplaats) van Hildo. Hildo is een persoonsnaam en vermoedelijk een verkorte vorm van met “hild” (strijd) samengestelde namen zoals Hildebrand. Een andere theorie legt een relatie met Gundi (krijg) en Hillegonde is de sterke jonkvrouw in de strijd.
[5] Toen Willibrord in 695 in onze streken de
kerstening begon, stichtte hij ook enkele kerken, maar daaronder
vinden we nog geen kapel in Hillegom.
[6] Volgens een
lijst van een Utrechtse kerk met bezittingen in de streek bestond
Hillegom al vóór circa 860. In de 12e en 13e
eeuw wordt het dorp vermeld in officiële stukken.
[7]
[8] Uit een aantal bronnen is bekend, dat er vóór
1150 al een kapel in Hillegom was.
[9] In zijn boek Kerkgeschiedenis van Hillegom
vermeldt Braakhekke (toch niet die TV-kok !!!)dat de Abdij
van Egmond in 1150 het collatierecht had van de kapel van Hillegom.
Het collatierecht wil zeggen dat men het recht heeft de pastoor te
benoemen en als er een pastoor benoemd wordt is er een kerk of kapel
en zijn er mensen die daar ter kerke gaan. De oudste kerk, de
Maartenskerk, is vermoedelijk al vóór 1200 gesticht. In 1248 schonk
graaf Willem II, de Roomse Koning, “de kapel van Hijllinghem en al
zijn bebouwing beneden de gracht”, aan abt Lubbert II van de abdij
van Egmond. Eindelijk zekerheid en van 1368 tot 1381 is er zelfs een
Jan van Hillegom abt van de abdij.
Bron : 750 jaar kerk in Hillegom, J.J.J.M. Beenakker, blz. 25
Hof van Hillegom - Tekening van Roelant Roghman, 1646-1647 (Uit: De kasteeltekeningen van Roelant Roghman, Canaletto, 1989) Meer over de familie Six in Hillegom >>>> SixHeer Meer over de Heren van Hillegom en het Hof van Hillegom>>>> Heren Lisse Hillegom Sassenheim Eeuwen later zag het Hof van Hillegom er zo uit :
Bron : Hillegom in oude ansichten, deel 1, A.M.Hulkenberg, uitgever Europese Bibliotheek Zaltbommel
[12]
[13]
[14]
[15]
[16]
[17a]
[17b]
[17c]
[17d]
Er leefden tot het begin van de 19e eeuw gemiddeld zes personen per woning. In 1807 was bij 75 huizen sprake van huisvesting voor twee gezinnen. Het aantal kinderen per gezin was laag, nog geen twee kinderen per gezin. Ongeveer de helft van de gezinnen had een inwonende dienstbode. Een vrije impressie van een dorp in de 16e eeuw. Bron : De Tresoor (1566), Rien Poortvliet, 1991, uitgeverij J.H. Kok, Kampen, verkregen met toestemming van Mevr. Poortvliet.
Bron : 750 jaar kerk in Hillegom, J.J.J.M. Beenakker, blz. 34
[18] Omdat het leger van de Prins te zwak was werden er in 1599 overal, onder andere in Hillegom, lijsten van weerbare mannen opgesteld (‘’Innewoonderen, buyren ende innegesetenen van den Ambachte Hillegom beneden de 60 jaeren ende boven de 18 oudt synde in den jaere 1599’’). De lijst van Hillegom vermeldde in 1599 een en negentig namen, helaas velen zonder achternaam. Op de lijst komt Dierick Maertsz voor, het zou Dirk Maertensz van ’s Gravenmade (gedoopt circa 1537) geweest kunnen zijn. Slechts tien mannen hadden een ‘’roer’’, een geweer met een lange loop. Zo moesten zij Hillegom verdedigen. Er zullen vast wel ’s Gravenmades ‘’aan het roer gestaan’’ hebben, maar of er iets spannenders dan ‘’eraan staan’’ gebeurd is ???? [19] [20] Na de Eerste Engelse Oorlog werden in 1652 en 1653, in opdracht van de Staten van Holland, monsterrollen van weerbare mannen opgesteld. Op de ‘’monsterrolle’’ van weerbare mannen (tussen 18 en 60 jaar oud) in Hillegom van 1653 valt het op, dat bijna alle honderd en acht Hillegomse weerbare mannen vermeld werden met achternaam, onder andere Schra(ve)ma(de) en alle mannen hebben een ‘’geweer’’ (of beter ‘’verweer’’). Hoewel, het waren niet allemaal ‘’schietgeweren’’, de meeste mannen hadden alleen een piek, daar kon je je ook mee weren. Het was toen net zo’n amateuristisch gedoe als in mijn jeugd bij de BB (Bescherming Burgerbevolking): kruip onder tafel als de Russen atoombommen gaan gooien. Op de ‘’monsterrolle’’ van Hillegom komen de volgende ‘s Gravenmades voor :
-
Maerten Willemsz als musquettier (de Maerten Willemsz in mijn
- Adriaan Willemsz (gedoopt 1632) als musquettier / adelborst en - Dirk Cornelisz (gedoopt 1598) als corporael van de Adelborsten. [21] Op een kaart uit 1613 slingert er, ongeveer ter hoogte van de huidige Pastoorslaan, door de duinen een karrenspoor of een pad in de richting van de ‘’Margrietelaan’’ en zo verder naar de Vogelenzang. Andere wegen waren er niet. Daar, in de Vogelenzang, woonde de pastoor van Hillegom en omgeving, die aan het Roomse Vogelenzang de voorkeur gaf. Op regelmatige tijden kwam hij dan over de ‘’Pastoorslaan’’ naar Hillegom om in de kerk de diensten te verrichten. In de eerste helft van de 17e eeuw is door de zandafgravingen het oude duinpad, het ‘’Pastoorslaentje’’ verdwenen. Er werd een nieuwe weg aangelegd en de Amsterdamse heer Bleau, bewoner van ’t Hof, wilde toen het gebruik als kerkpad beletten. Maar de kerkgangers brachten naar voren, dat het altijd een ‘’notweg’’ geweest is, een weg waar iedereen het genot van overpad had. In een acte uit 24-2-1693, verleden bij notaris (ook schout) Wijnand Mens, wordt op verzoek van Bleau door de ‘’eersame Willem Buijck, out omtrent 67 jaren’’ verklaard, dat ‘’het soo genaemde pastoorslaantje allenigh die naem heeft gekregen ende tot nogh toe behouden uijt oorsaecke, dat eertijds aan de zuidzijde van dat laantje aen de Herenwegt heeft gewoond een oud mannetje met name Dirk Maertensz, bijgenaemt pastoortje’’. Ook verklaart Bluijck, dat zijn vader en grootvader ‘’menigmael gehoort, dat sij ’t gemelte pastoortje heel wel hebben gekent, want die was gehuwd met zijn peetoom Claes Willemsz Balte’’. Zal de oude Bluijck hieraan een leuk centje overgehouden hebben ? Dus niks kerkepad, niks notweg. Dirk Maertensz was een ’s Gravenmade, geboren in 1537. Waarom hij ‘’het pastoortje” genoemd werd ? Liep hij voorop over het Pastoorslaantje naar de kerk ? [22] In 1399 wordt er een “Griettenbrugge” genoemd aan de Margriete Laen, die waarschijnlijk over de Hillegomse veenwatering liep. Rond 1674 was bij de brug het café van Bart van Schoten en men neemt aan, dat vanaf die tijd de brug Bartenbrug genoemd wordt. Er was bij dit café ook een kolfbaan aangelegd. Aan de oostkant van de brug was een stal waar de verversingspaarden stonden voor de trekschuit. Cornelis ‘s Gravenmade woonde van 1768 tot 1804 op een boerderij in de buurt van de Bartenbrug, lekker dichtbij de kroeg en de kolfbaan. Zijn dochter Trijntje en haar echtgenoot Caspar van Saaze namen de boerderij over. In 1844 wordt de boerderij verkocht aan een Heemskerk. De boerderij heette Loostereind >>>> meer over Loostereind. De ’s Gravenmades bleven ondanks de
Reformatie getrouwe katholieken, zij vonden het wel spannend om
verboden te overtreden. [23] [24] [25] Aan de Mariastraat nummer 1 in Hillegom staat (stond ?) de ‘’Oude Pastorie’’. In de 17e eeuw behoorde dat huis met erf en tuin aan Jacob Laurisse Langeveld, die het op 11 mei 1676 gekocht had voor 925 gulden. Het had iets te maken met een schuilkerk. Diens dochter Quirina trouwde met Willem Maertensz van ’s Gravenmade (daar is ie weer !!), wiens erfgenamen het op 13 mei 1722 voor 925 gulden overdroegen aan Mr. Nicolaas van Loenen. [26] [27] Tot het einde van de 18e eeuw was er aan de “vaartweg” ten westen van de Leidse vaart, in de buurt van de kalkovens, een ‘’geheime’’ schuil – of schuurkerk, een “Roomse kerk”, verborgen tussen het groen. Het was een schuur welke ingericht was als kapel of kerk en waar op alle Zon- en Heiligedagen de dienst door de pastoor van Hillegom werd verricht. De “kerk” lag ver van het dorp en de families ‘s Grama van de kalkovens, die tegenover de brug aan de Beeklaan woonden, waren “roomsgezind” en namen er geen aanstoot aan. Misschien gingen zij er zelf ook naar toe of toch als vanouds naar de kerk in de Vogelenzang? Rond 1725 zijn in deze kapel Schramaatjes gedoopt. De Houttuin in 1796 is te zien via >>>> HouttuinDe Houttuin (of het Dorps-perk) te Hillegom waar de tekenaar Jacob Cats 's zomers logeerde, bij avond. Op straat Jacob Cats zelf, met pijp, wandelend met zijn vrouw. Op de voorgrond de dorpsbode met zijn hond. Rechts op de achtergrond de kerk en het kerkhof. Links is het gezellig bij de dorpsherberg ‘’Het Wapen van Friesland’’ met voor de deur een groepje koffiedrinkers en er staat een kribbe (voerbak) voor de paarden. Verderop is de herberg ‘De Gouden Leeuw’’, tevens rechthuis, waar de vroede vaderen vergaderden. Herkomst: Collectie Atlas Splitgerber Vervaardiger: Jacob Cats (tekenaar, 1741-1799) Bron : Beeldbank van het Stadsarchief Gemeente Amsterdam.
Bron : Hillegom in oude ansichten, deel 1, A.M.Hulkenberg, uitgever Europese Bibliotheek Zaltbommel
Bron : Hillegom in oude ansichten, deel 1, A.M.Hulkenberg, uitgever Europese Bibliotheek Zaltbommel
Bron : Hillegom in oude ansichten, deel 1, A.M.Hulkenberg, uitgever Europese Bibliotheek Zaltbommel [28] Een heet hangijzer was de scheiding tussen de twee “staties” (parochies) van de Vogelenzang en Hillegom. De Loosterweg werd als scheiding beschouwd, later de Leidsevaart. Caspar van Saaze (echtgenoot van Trijntje Schrama) werd in 1832 bij uitzondering toegestaan naar de kerk in de Vogelenzang te gaan, zijn familie kwam uit de Vogelenzang. Op 11 maart 1832 schrijft Caspar uit den Haag een fraaie, in het Frans gestelde, brief aan Mgr. Antonucci waarin hij verzoekt of de andere families aan de Loosterkant ook naar de kerk in de Vogelenzang mogen gaan.
[29] Omstreeks 1895 is in de toren van de St. Maartenskerk een versje aangebracht : ‘’ C.Maaskant, grijs van haar’’ ‘’Geeft elke meid een warme broek’’ betekende
dat de koster stoven met warme kooltjes verhuurde aan vrouwen in de
kerk die met hun rokken boven de stoof zaten. De dominee was
helemaal niet gediend van die bewuste regel en de regel moest van de
dominee worden verwijderd. Dit rijmpje past goed bij de ''pretoogjes'' van de koster.
Bron :
[30] In 1929 is de (hervormde) St. Maartenskerk goeddeels gesloopt en vervangen door een nieuw gebouw. Dankzij de burgemeester zijn toen een aantal grafzerken niet weggeworpen, maar hebben een plaatsje gevonden aan de buitenzijde van het koor.
‘’ Hier leit begraven Bron : foto in juni / juli 1977 gemaakt door Cees Schrama,
Het was toen de gewoonte om katholieken te begraven bij Protestantse kerken (bij de vijand !!!). Medio november 2009 is onder andere de grafsteen van Albertgen verplaatst van de tuin bij de Maartenskerk naar het halletje tussen de doopkamer en het kerkkoor, binnen in de kerk. Het is de bedoeling om de grafsteen, nadat deze opgedroogd is, goed schoon te maken en een plaats te geven in het koor van de kerk. De plaats en de opstelling van de zerk (hangend of staand op blokken) vormen nog onderwerp van overleg met de kerkrentmeesters (zie omschrijving in http://nl.wikipedia.org/wiki/Kerkrentmeester). Tevens is het plan om bij de grafzerk een informatieblad te plaatsen of te hangen met genealogische en additionele informatie zoals beroepen, openbare functies, waar woonden zij, hun eigendommen e.d. [31] Er werd in en rond Hillegom groente en fruit van goede kwaliteit geteeld (zie ook de paragraaf Akker en tuinbouw), Hillegom nam dan ook een belangrijke plaats in op de Amsterdamse en Leidse groente - en fruitmarkt en was overal bekend om zijn groenten (de asperges waren beroemd) en fruit, zo zeer zelfs, dat door de ‘’Regeering der Stad Amsterdam aan de Tuyniers van Hillegom in den Jaare 1717 wierd vergunt om een byzondere Groenmarkt in die Stad te mogen hebben en met haare Groentens, met uitsluiting van andere te mogen voor te staan’’. In feite was dit een formalisering van een al jaren bestaande situatie. De Hillegomse markt was bij de Lauriergracht waar alleen groenteschepen uit Hillegom mochten aanleggen. Mochten de vrouwen of de dochters van de ’s Gravenmades naar de markt in de GROTE BOZE stad of gingen de mannen lekker zelf genieten van de ondeugden in de stad ? [32] [33] Er lag een omvangrijk tuinbouwgebied op kalkrijke zandgronden ten westen van het dorp, genaamd de Zanderij. Uit de ‘’Lijste der neeringhdoende en ambagtsluijden in Hillegom uit 1724” blijkt, dat de belangrijkste bron van inkomsten de tuinbouw is. Op de lijst kwam het beroep marktschipper relatief veel voor, maar boeren werden niet vermeld, hun bijdrage aan de economie en werkgelegenheid werd blijkbaar te klein geacht. Een van de oorzaken was, dat in Hillegom vier op de tien gezinnen voor eigen behoefte één of meer koeien hield. Er komt ook een Schrama op voor : Jakob ’s Grama, hij was kleermaker. En ook een weduwe van Maarten ’s Grama, zij had een komenijwinkel (kruidenierswinkel). [34] En er was nog een weduwe van Gerrit Cornelisz Schrama, in 1724 woonde zij bij de ‘’Kalkbrug’’ over de Hillegommer Beek en zij was ‘’kalkbrandster’’. Uit ‘’De burgerlijst der gemeente Hillegom uit 1811’’ blijkt, dat 65 procent van de beroepsbevolking boven 21 jaar in de land - en tuinbouw werkte en de bouwer had gemiddeld twee knechten. [35] Zeer opvallend is in 1724 het aantal van tien kleine kroegen op 930 Hillegommers (één op 100 inwoners !!! ). In Amsterdam was het in 1613 één op 200 inwoners. Dat de kroegen “goed boerden” had wellicht ook te maken met de seizoenarbeiders op de blekerijen en tuinderijen. Maar tijdens de kerkdiensten was tappen en schenken streng verboden, dan stond Hillegom droog. De Hillegommers zullen vast wel een oplossing voor dit probleem gevonden hebben, er bestonden toen vast al wel heupflesjes of glazen buisjes in de wandelstok. Er waren ook Schrama’s , die in Hillegom in
de horeca zaten.
Jeroen (geboren op 1 oktober 1868) was caféhouder in het pand Hoofdstraat 69, het werd door hem ingericht tot ''Café Centrum''. [36b]De vader van Johannes Hendrikus Schrama was (voornoemde) Cornelis Schrama, hij kleedde zich als een grand-seigneur met een grote flambard (flaphoed) en was caféhouder van Het Wapen van Hillegom, later Hotel Cafe Restaurant C.Th. Ruijgrok, voorheen Café van Til. Zoon Johannes ,geboren op 21 mei 1891, was van beroep ook kastelein in Hillegom. Hij ‘’bestierde’’ zijn café en was daarnaast ‘’een manusje van alles’’ , hij deed in verzekeringen, maakte liedjes voor de kerk en later voor revue's en hij trad op als muzikale clown met o.a. Buziau in het concertgebouw. Ene Jean Schrama was directeur van het Hillegomsch Palace Theater, volgens Cees Schrama uit Haarlem, was dat ''een grap''. Johannes heeft toen een (fake) soort circus opgericht met broers en zusters en noemde dat het Hillegomsch Palace Theater van Jean Schrama.
Bron foto : boek Hillegomse Geschiedenissen door A.M. Hulkenberg Er was ook een Schrama lid van de gemeenteraad Hilegom in 1926 bij de stemming over het al dan niet houden van de harddraverij en de kermis. Dat zou heel goed Jean geweest kunnen zijn, de kermis betekende ‘’brood op de plank’’ voor hem. Mijn nicht, José
Hulsebosch, is getrouwd met William van Dril.
Bron : Boekje getiteld ''Flora en Van Dril 1903-2003'' gekregen van
José Hulsebosch.
[38a] In de 17e en 18e eeuw waren er in Hillegom diverse blekerijen, er was een leerlooierij en er waren kalkovens bij de Leidse vaart onder de Zilk. [39] De Hillegomse blekerijen waren in handen van de katholieken. Het avondmaallinnen van de Hervormde kerk werd dan ook in Haarlem gewassen. Het was onvoorstelbaar om protestants linnen door katholieken te laten wassen. Hadden we dat in ere moeten houden ? Meer informatie over kalkovens is te vinden in Kalkovens, over blekerijen en wasserijen in Blekerijen en wasserijen. [38b] De rijke Amsterdamse patriciër Jan Six leefde van 1618 tot 1700. Na zijn studie rechten was hij slechts kortstondig (van 1643 tot 1652) actief in het familiebedrijf dat met het verven van laken en de vervaardiging van bourat (een soort zware gebloemde zijde) tot grote rijkdom wist te komen. Six was
vriend en beschermer van zijn grote stadgenoten Vondel en Rembrandt.
Hij verzamelde kunst en boeken, schreef gedichten en publiceerde
verscheidene literaire werken. Jan Six werd vooral bekend door zijn
treurspel "Medea", dat in 1647 in de Amsterdamse schouwburg werd
opgevoerd.
Volgens de overlevering zou Rembrandt regelmatig op deze buitenplaats hebben gelogeerd.
De bekende ets ‘’een landschap met een bruggetje’’ van Rembrandt uit 1645 kreeg al in de vroege 18e eeuw de bijnaam ‘het bruggetje van Six’. Naar aanleiding van deze naam en zeker ook door de tekenachtige stijl van de prent ontstond de volgende anekdote : ’Rembrandt werd door zijn vriend Jan Six bij een wandeling op diens landgoed (Elsbroek) uitgedaagd voor een weddenschap. Binnen de tijd die een bediende nodig had om in het dorp (Hillegom) een pot mosterd te kopen zou Rembrandt een prent maken van het landschap.’ Rembrandt werkte in de jaren veertig van de zestiende eeuw ook op de buitenplaats IJmond (nabij het Diemer Meer bij Zeeburg) die eveneens eigendom was van Jan Six. Op de ets van Rembrandt is niet het bruggetje op Six’ landgoed bij Hillegom weergegeven maar een bruggetje over een zijkanaal van de Amstel bij Amsterdam. NB [40] Hoe was het mogelijk om een dorp te ‘’kopen’’ ? Welnu, omdat de overheid slecht bij kas zat gingen de Staten van Holland, de opvolgers van de graven van Holland, ‘’heerlijkheden’’ verkopen. Maar wat heb je nu aan zo’n ‘’heerlijkheid’’ ? Allereerst was het een hele eer en je kon de naam van het dorp aan je familienaam toevoegen. Bovendien kon je het schout - en secretarisambt verpachten (kassa!!!). Tevens bezat de ‘’heer’’ de lage jurisdictie en er was in Hillegom dan ook een ‘’gerecht’’ (waarschijnlijk een schandpaal). Over het grondgebied van de heerlijkheid Hillegom naar het westen en de Zilk gaat het volgende artikel : Behoorde DeZilk vroeger tot Hillegom [40a] Mr. Jan Six II (1668-1750), een zoon van bovenvermelde Jan Six I, was burgemeester van Amsterdam. Hij kocht in 1722 de Ambachtsheerlijkheid Hillegom (een leengoed van de graven van Holland en West-Friesland) voor 18.000 gulden, ook kocht hij het Brederode’s duin ‘’onder Tetrode en Voglesangh’’ voor 1250 gulden en ook nog drie stukken van het Langevelder duin voor 9000 gulden.
[41]
[42] De komst van Mr. Jan Six II als ambachtsheer
in 1722 betekende een impuls voor de economie en de werkgelegenheid.
Hij was burgemeester van Amsterdam en kocht de gehele
ambachtsheerlijkheid (een leengoed van de graven van Holland en
West-Friesland) voor 18.500 gulden. In de 18e eeuw was
vrijwel het gehele duingebied in handen van de Heren Six, die tot
1847 Hillegom ‘’geregeerd’’ hebben. Hij liet duinen afgraven,
bruggen vernieuwen, waterwegen aanleggen en verbeteren. De heer Six
ergerde zich aan de slechte toestand van de Heereweg. Dat de
voetgangers last hebben van de kuilen en hopen vuil is nog daaraan
toe, maar als de rijtuigen van de Heren gaan kantelen, dan gaat het
toch werkelijk te ver. Verschil moet er wezen ! Ondanks
protesten van de tuinders, ‘’de aelbessen, de kerzen en andere
vrugten’’ zouden worden geplet en bedorven, ziet Six kans om de
Heereweg in Hillegom met klinkers te laten bestraten. Maar “niks
voor niks”, de inwoners mochten zijn investeringen financieren. In
1724 mocht de heer Six volgens een octrooi tol heffen “tot zijn
schoonste en meeste profijte, van alle en iegelijke schipper, de
Hillegommer Beek bevarende, wegens de goederen die zij zullen
ingeladen hebben”. Het tolgeld was in detail vastgesteld, men moest
bijvoorbeeld voor een ton walvisspek 1 stuiver betalen, voor “een
enkele mand met lijnwaad gaande of komende van de bleek” 2 penningen
en voor één ‘’schuijt met een doot lijk’’ 6 stuivers. De bewoners
moesten eerst betalen voordat de “drijfbomen” werden weggenomen. In
1813 betaalde men voor een Hillegoms trekschuitje 30 cent, voor een
vreemd trekschuitje 60 cent, voor een binnenkomend turfschip 3
gulden en voor een terugkerend turfschip De ’s Gravenmades hadden het nogal eens te
stellen met de Heren van Hillegom. Er waren ook wel eens moeilijkheden ondere andere over de grens tussen het terrein van de heer Sypesteyn en de pachtboeren. Weer was het raak bij Dirck Cornelisz van Schravenmade zolas blijkt uit de volgende verklaring [45] : ‘’Wij ondergetekenden Jan Cornelisz Croon oudt omtrent achtendevijftijg jaeren ende Michil Claesz oudy omtrent twee ende twintich jaeren verclaeren mits desen op onser respective manne waerheijt in plaetse van eede hoc dest op den 25 februarij 1649 bij ons ende in het bijwesen van meerder gebueren enden ten ooverstaen van Dirck Cornelisz van Schravenmaede als bruijcker der naest gelegen landen ter begeerte van de heere Cornelis van Sijpesteijn gestelt sijne drie eijke paelen recht op den anderen roijende tot scheijdinge van sijn buijten singelen ??gelegen tot Hillegom ten suijtoosten sijner hofsteede ende dat deselve scheijtpaelen gestelt sijn acht roe voeten vande Abeele boomen de welcke ter selven dagen (uijtgesondert twee van deselve) uijtgeroijt werden in teijken die waerheijt soo hebben wij aldus ondergetekent op 27 februarij 1649 op het huijs te Hillegom’’. Een jaar later krijgt Dirck Cornelisz van Schravenmade de aanzegging dat hij zijn schuld aan Sypesteyn moet betalen en door diens duinen geen vlas meer mag vervoeren. Misschien lag de oorzaak bij Schrama, maar Sypesteyn was niet altijd even gemakkelijk.
In 1746 laat de grote kaart van Rijnland een aaneenschakeling van buitenplaatsen zien in de ambachtsheerlijkheid Hillegom. Van noord naar zuid noemen we: Bethlehem, Oostende, Horstendael, Weeresteyn, Treslong, Duin en Weg, Meer en Dorp, Het Hof, Lapinenburg en Elsbroek (zie prent en tekst hierboven) en dat waren echte lusthoven, omgeven door luisterrijke parken en vijvers. De eigenaren hadden klinkende namen en waren vaak rijke kooplieden en/of stadsbestuurders van Amsterdam of Haarlem.
Deze ets komt uit de
collectie ''Prenten en
Tekeningen van de Provinciale Atlas Noord-Holland''. Gezicht op de voorzijde van het huis Treslong te Hillegom, ca. 1742-1744
Anonieme sepiatekening in de trant van Cornelis Pronk Leiden, Regionaal Archief Leiden Gezicht op de achterzijde van het huis Treslong te Hillegom, ca. 1742-1744
toegeschreven aan Cornelis Pronk Leiden, Regionaal Archief Leiden
[46a] In de 18e eeuw
had bijna elk buitenhuis in het westen van het land een vinkenhuisje
en een vinkenbaan voor de vangst van vinken, een minstens vier
eeuwen lange ‘’sport’’. Reeds in 1636 wordt een vangmethode
beschreven. Vlak bij de ingang Oase in de Vogelenzang (waar mijn
moeder geboren is) naar de Amsterdamse Waterleidingduinen staat
(stond?) het Vinkershuisje van de familie van Lennep dat van 1856
tot 1912 in gebruik is geweest. Door middel van de vinkenbaan werden
zangvogels gevangen voor consumptie, vooral tijdens de vogeltrek
naar het zuiden in de herfst. Vanuit het vinkershuisje had men goed
uitzicht op het terrein.
De Hillegommer Beek in 1782.
Geen wonder dat de hygiëne ver te zoeken was. [47] [48] Volgens streekhistoricus A.M. Hulkenberg is ‘’Hangkousen’’, de spotnaam voor Hillegommers, in de achttiende eeuw gegeven door de inwoners van buurgemeenten. Heren droegen tot de Franse Revolutie een kniebroek die met een zilveren gesp onder de knie werd gesloten. Daaronder droegen ze zijden kousen en lakschoenen met gespen. Als je welgevormde kuiten had kwamen die mooi uit onder de kuitbroek, maar wie magere benen had liep voor schut met die afzakkende kousen. Daar had men wat op gevonden: losse kuitvullingen die je zo in je kous kon schuiven. Het gevaar bestond echter dat de kous toch afzakte of dat de nepkuit verschoof. Wie zoiets overkwam werd bespot door iedereen. Maar waarom heten de Hillegommers dan Hangkousen? Misschien heeft er eens een Hillegommer zo voor gek gestaan? Het kan ook zijn dat de Hillegommers te stads gekleed gingen in de ogen van hun buren. In elk geval is de bijnaam hangkousen altijd blijven bestaan, in de hal van het gemeentehuis herinnert een beeldje hieraan en bij de Hillegomse bierbrouwerij Klein Duimpje wordt zelfs een bier met de naam Hillegomse Hangkous gebrouwen.
[49] Aan het einde van de 18e eeuw
mocht Hillegom zich verheugen in de volgende ‘’schitterende’’
reisgelegenheden : in het zomerseizoen elke dag een schuit naar
Amsterdam (groente / fruit en passagiers), ’s winters maar één keer
per week, naar Haarlem ’s zomers drie keer per week en ’s winters
twee keer per week een schuit, en elke zaterdag naar Leiden.
[50] De huidige gemeente Hillegom bestaat uit de
voormalige heerlijkheid Hillegom en De Vennep wat een leengoed van
de stad Leiden was. De Vennep bestond uit een eiland in het Meer en
een deel vastland.
[51] Tot de
drooglegging van de Haarlemmermeer,gerealiseerd tussen 1840 en 1852,
lag er in het meer een eiland, waar nu de Vennip is. Het eiland
heette Beinsdorp, men voer van Beinsdorp naar het vaste land in
Hillegom en meerde dan aan in de Vennip. De naam de Vennip is dus
verhuisd.
Meer kaarten van Hillegom >>>>>>>> Kaarten
Bron :
In de afbeelding hiernaast staat een transcriptie van de tekst welke in
het centrum van de Legger staat.
[53] Voordat men tot schepen werd benoemd moest men eerst een eed afleggen. Deze luidde als volgt : ‘’ Gij sweert en belooft dat gij dezen ambachte gehouw en getrouw zult zijn, den heer zijn regt helpen bewaren, ieder kort recht te doen, geen aanzien van personen te gebruyken, en om lief nog leed iets anders te doen als gij in concientie zult bevinden te behoren’’. In 1832 werd in Hillegom de kermis afgelast
vanwege de cholera. De caféhouders waren hier helemaal niet blij
mee, op de inkomsten van de kermis moesten zij vaak maanden
‘’teren’’.
[54] De eerste
harddraverij in Hillegom was in 1868.
[55] ‘’ De kermis is een laag en primitief
vermaak, waarbij zondigheid en dronkenschap hoogtij vieren’’. Dus
moest de kermis afgeschaft worden vonden ook de bestuurders en de
bezittende klasse in Hillegom in 1880. ‘’ De gewone man dient sober
te zijn, bedaard, ernstig, ordelijk, arbeidzaam, berekenbaar,
spaarzaam, huiselijk en vaderlandslievend’’. Meer niet ?
Maar, naar de kermisweek leefde het dorp een heel jaar toe, daar
werd voor gespaard en dan was er feest. Dan kon de stoom van de
ketel na een zomer van zwoegen en sjouwen. Maar toen besloten werd
de kermis in Hillegom in 1881 niet te laten plaatsvinden kwam ‘’de
stoom in de ketel’’ op een andere manier naar buiten. Voor – en
tegenstanders vlogen elkaar aan en wekenlang werd er gevochten.
Ramen van de Hervormde Kerk (een fervent tegenstander) werden
ingeworpen, lantaarns van de gemeente werden vernield en bij een
notaris en een wethouder werden emmers met beer door de ruiten naar
binnen gegooid. Weer die Hillegomse viezerikken ! De
gemeenteraad besloot toen maar gauw de kermis toch maar door te
laten gaan. Stelletje slappelingen. Maar dat ging zo maar
niet, zonder toestemming van de Gedeputeerde Staten van
Zuid-Holland. Er werden zelfs 50 man infanterie en 24 huzaren
gestuurd om de orde te handhaven. In 1888 is er wel weer een kermis. En in Hillegom zongen ze ook een liedje tijdens
de kermisdagen :
Het station van
Hillegom omstreeks 1910, dat in 1900 in gebruik werd genomen. Rechts op
de foto staat de koetsier van de heer H. van Waveren klaar om zijn baas
naar huis te brengen.
[56]
[57]
[58] De heer Leembruggen, eigenaar van de
buitenplaats ‘’Veenenburg’’ had bij de aanleg van de spoorlijn
bedongen, dat er een station bij zijn buitenplaats zou komen en
wanneer deze heer zich op het perron had opgesteld, moest de trein
stoppen en hem meenemen. Zo ging dat toen en in 1842 werd station
Veenenburg gerealiseerd waar de inwoners van zowel Lisse als
Hillegom op de trein konden stappen. Omdat het een “kolere end”
lopen naar het station was werd er echter door passagiers weinig
gebruik van gemaakt en na de komst van de stoomtram was het echt
niet interessant meer. Na de drooglegging van de Haarlemmermeer
(tussen 1840 en 1852) werden wel meer goederen via het station
vervoerd. Toch was station Veenenburg de H.IJ.S.M. (Hollandsche
IJzeren Spoorweg Maatschappij) een doorn in het oog. Op 1 oktober
1896 is, na een lang proces tussen Leembruggen en de H.IJ.S.M.,
station Veenenburg vervangen door twee hulpstations in Hillegom (één
aan de Beeklaan en één aan de Pastoorslaan
[59], het laatste station was speciaal voor de
’s Gravenmades, zie hiervoor de alinea over de Pastoorslaan). De
twee hulpstations werden op 1 mei 1900 gesloten toen er een nieuw,
echt station aan de Stationsweg kwam, dat in de jaren ’60 verdween.
In mei 2000 is weer een nieuw station Hillegom in de dienstregeling
opgenomen. [60] Ene Jean Schrama was directeur van het ‘’Hillegomsch Palace Theater’’. Er was ook een Schrama lid van de gemeenteraad in 1926 bij een stemming (al weer !!) over het al dan niet houden van de harddraverij en de kermis. Dat zou heel goed Jean geweest kunnen zijn, de kermis betekende ‘’brood op de plank’’ voor hem. Of Jean een familielid was heb ik nog niet kunnen achterhalen.
Bron : Hillegom in oude ansichten deel 2, A.M. Hulkenberg. Meer informatie over stront en poep is te
vinden onder Mest, turf en zand.
Terug naar Achtergrondinformatie [1] Bron : De Duin- en Bollenstreek beschreven, J.J.J.M. Beenakker [2] Bron : 750 jaar kerk in Hillegom, J Beenakker [3] Bron : Beschrijving en kleine kroniek van de gemeente Hillegom, J.B. van Loenen [4] Bron : Aardrijkskundig Woordenboek, v.d. Aa [5] Bron : A. den Hoed, Inleiding voor het Kwartierstatenboek van 15 Hillegomse families [6] Bron : De Duin- en Bollenstreek beschreven, J.J.J.M. Beenakker [7] Bron : De geschiedenis van Hillegom, Arie den Hoed vertelt, Stichting Vrienden van Oud Hillegom [8] Bron 750 jaar kerk in Hillegom, J Beenakker [9] Bron : A. den Hoed, Inleiding voor het Kwartierstatenboek van 15 Hillegomse families [10] Bron : A. den Hoed, Inleiding voor het Kwartierstatenboek van 15 Hillegomse families [11a] Bron : 750 jaar kerk in Hillegom, J Beenakker [11b] Bron : http://home.12move.nl/museumdezwartetulp/Museumpraat/museumpraat%2053/museumpraat.html door Maarten van Bourgondiën [12] Bron : Hillegomse Geschiedenissen, A.M.Hulkenberg (blz 188) [13] Bron : 750 jaar kerk in Hillegom, J Beenakker [14] Bron : Hillegomse Geschiedenissen, A.M.Hulkenberg (blz 211) [15] Bron : Beschrijving en kleine kroniek van de gemeente Hillegom, J.B. van Loenen [16] Bron : De Duin- en Bollenstreek beschreven, J.J.J.M. Beenakker [17a] Bron : De geschiedenis van Hillegom, Arie den Hoed vertelt, Stichting Vrienden van Oud Hillegom [17b] Bron : Hangkouserieën, Tijdschrift van de Stichting Vrienden van Oud Hillegom, jaargang 18, juni 2010 [17c] Bron : Hangkouserieën, Tijdschrift van de Stichting Vrienden van Oud Hillegom, jaargang 19, februari 2011 [17d] Bron : Hangkouserieën, Tijdschrift van de Stichting Vrienden van Oud Hillegom, jaargang 21, oktober2013, blz 14 [18] Bron : Hillegomse Geschiedenissen, A.M.Hulkenberg (blz 46) [19] Bron : Hillegomse Geschiedenissen, A.M.Hulkenberg (blz 59)
[20] Bron :
het Archief van de Staten van Holland en Westfriesland
(1572-1795), [21] Bron : Hillegomse Geschiedenissen, A.M.Hulkenberg [22] Bron : Ina Mostert, Vogelenzang [23] Bron : Hillegomse Geschiedenissen, A.M.Hulkenberg [24] Bron : De Hervormde of Sint Maartenskerk te Hillegom, A.M.Hulkenberg, uitgever Repro-Holland, Alphen aan den Rijn [25] Bron : Nationaal Archief, RA Hillegom, nr 5, fol. 46 [26] Bron : Hillegomse Geschiedenissen, A.M.Hulkenberg (blz 72) [27] Bron : ‘t Vermaaklijk Hillegom, A.M. Hulkenberg, uitgeverij Repro-Holland, Alphen a/d Rijn, 1972 [28] Bron : Hillegomse Geschiedenissen , A.M. Hulkenberg, blz. 159 en 160 [29] Bron : Hillegomse Geschiedenissen, A.M.Hulkenberg [30] Bron : De Hervormde of Sint Maartenskerk te Hillegom, A.M.Hulkenberg, uitgever Repro-Holland, Alphen aan den Rijn [31] Bron : Hillegomse Geschiedenissen, A.M.Hulkenberg [32] Bron : De Duin- en Bollenstreek beschreven, J.J.J.M. Beenakker [33] Bron : Hillegomse beroepen in vroeger tijden, A.M. van Kampen [34] Bron : ’t Vermaaklijk Hillegom, A.M. Hulkenberg, uitgeverij Repro-Holland, Alphen a/d Rijn, 1972 [35] Bron : Hillegomse beroepen in vroeger tijden, A.M. van Kampen [36a] Bron : Hillegom in oude ansichten, A.M. Hulkenberg, 1969, Europese Bibliotheek - Zaltbommel [36b] Bron : Mail Cees Schrama, Haarlem (mail 10 aug 2008) [37] Bron : 750 jaar kerk in Hillegom, J Beenakker [38a] Bron : De Duin- en Bollenstreek beschreven, J.J.J.M. Beenakker [38b] Bron : http://home.12move.nl/museumdezwartetulp/Museumpraat/museumpraat%2053/museumpraat.html door Maarten van Bourgondiën
[38c] Bron : De
tentoonstellingscatalogus van de tentoonstelling “Buitens in
de Bollenstreek” (Museum de Zwarte Tulp, Lisse, 2007)
[40] Bron : Hillegomse Geschiedenissen, A.M.Hulkenberg
[40a]
Bron : Lezen in het duin, Gert Baeyens en Jaap Duyve,
[41] Bron : ‘t Vermaaklijk Hillegom, A.M. Hulkenberg, uitgeverij Repro-Holland, Alphen a/d Rijn, 1972 [42] Bron : Hillegomse Geschiedenissen, A.M.Hulkenberg (blz 120) [43] Bron : Rode Kwartierstaat Adri Schrama ter gelegenheid van 25-jarig jubileum (aangeboden door 5 vrienden) [44] Bron : ’t Hof van Hillegom, A.M. Hulkenberg [45] Bron : Huisarchief Hillegom, Hof van Hillegom (Nationaal Archief, toegang 3.19.23, nummer 3) [46] Bron : A. den Hoed, Inleiding voor het Kwartierstatenboek van 15 Hillegomse families
[46a]
Bron : Lezen in het duin, Gert Baeyens en Jaap Duyve,
[47] Bron : Hangkouserieên, febr. 2002, Stichting Vrienden van Oud Hillegom [48] Bron : Hillegomse Geschiedenissen, A.M.Hulkenberg [49] Bron : Beschrijving en kleine kroniek van de gemeente Hillegom, J.B. van Loenen [50] Bron : ‘t Vermaaklijk Hillegom, A.M. Hulkenberg, uitgeverij Repro-Holland, Alphen a/d Rijn, 1972 [51] Bron : Hillegomse Geschiedenissen, A.M.Hulkenberg (blz 29) [52] Bron : Hillegomse Geschiedenissen, A.M. Hulkenberg [53] Bron : Inlichtingenblad ’s Gravenmade jaargang 3 nr. 6 d.d. 31-8-1982 [54] Bron : Hangkouserieën, Tijdschrift van de Stichting Vrienden van Oud Hillegom,Jaargang 13, oktober 2005 [55] Bron : Hillegomse Geschiedenissen, A.M.Hulkenberg (blz 236) [56] Bron : De Duin- en Bollenstreek beschreven, J.J.J.M. Beenakker [57] Bron : Hillegomse gevelstenen en uithangtekens, A. Hoed [58] Bron : Van wildernisse tot bollenstreek, T. Lodewijk, uitgever Knoop en Niemeijer,Haaren [59] Bron : Loosterweg 1,2,3 door Hans van de Reep [60] Bron : Hillegomse Geschiedenissen, A.M.Hulkenberg (blz 327) |
.-. |