|
|
Herkomst naam 's Gravenmade
Ik raad U aan eerst
de
Inleiding
en
Verantwoording /
betrouwbaarheid
te lezen voordat U een specifieke paragraaf leest.
Terug naar waar woonden zij
Toen er nog nauwelijks
geslachtsnamen waren voerden de meeste mensen behalve hun voornaam
hetzij een patroniem hetzij een toenaam. Bijvoorbeeld bij de naam
‘’Cornelis Claesz’’ is Claesz(oon) het patroniem en betekent, dat
Cornelis de zoon is van Claes. Namen zoals Klasen, Cornelissen en
Pietersen komen hier waarschijnlijk vandaan. Bijvoorbeeld is van Claesz(oon)
de eigennaam Claassen en later Klasen afgeleid. Toenamen zijn
bijvoorbeeld de Rode (rood haar), de Bakker (beroep), van Leiden
(herkomst), van de Gouden Leeuw (de herberg), van de Prinsenhof (naam
van de boerderij) en de Jonge of de Oude. Men gebruikte de toenaam met
name als er in één dorp meerdere dezelfde voornamen / patroniemen
voorkwamen. Toenamen werden soms later geslachtsnamen bijvoorbeeld
Bakker. Bij namen ontleend aan huis- of boerderijnamen was het in het
oosten van ons land de gewoonte om van naam te veranderen als men
verhuisde of trouwde.
De namen zolas
Naaktgeboren en Poepjes (Patroniem Poppe / Poeppe) bestonden al voordat
men deze ‘’nicknames’’ ging hanteren toen Napoleon een achternaam eiste.
Al eindigt de naam Schrama op de letter a, met
Friesland heeft het niets van doen. Het is een verbastering van ’s
Gravenmade. En dan hoop je, dat je van een graaf en gravin afstamt.
Helaas, er is wel een namaak-ridder geweest (daarover later meer) maar
het waren vanaf circa 1450 eeuwen lang (tot circa 1830) gewoon boeren,
hoewel niet helemaal gewoon. Zij waren welgeboren, over het begrip
welgeborenen volgt later meer. En soms woonden zij niet in een
boerderij, maar op een kasteel of op een buitenverblijf.
De erfgenamen van
Agatha Cornelisdr ’s Gravenmade transporteerden in 1806 voor 4600 gulden
‘’het buitenverblijf Lommerlust, mitsgaders annex een boerewoning van
outs genaamd het Maagdenhuijs gelegen aan het einde van de Kleinen
Houtweg’’. En Claas Cornelisz ‘s Gravenmade woonde in 1734 op kasteel
Berkenroo (Berkenrode) in de heerlijkheid Heemstede. Waarschijnlijk
is dit in de bron niet goed weergegeven, het zal wel de boerderij
behorend bij het kasteel geweest zijn, hoewel waarom zo bescheiden ? En ook was er een ’s Gravenmade getrouwd met een Leidse en haar
moeder had een oom die Rembrandt van Rijn heette. Je weet wel, van
die leuke schilderijtjes.
De naam ’s Gravenmade werd in de loop der eeuwen op
diverse manieren gespeld of fout geschreven door de ambtenaar of door de
betrokkene zelf. Daardoor komen we vele verschillende schrijfwijzen
tegen. De volgende varianten ben ik tegengekomen in archieven en
literatuur : Scrama, Cramma, ’s Grama(ade), ‘s Grave(n)ma, ‘s Grave(n)ma(a)de,
Sgram(m)a, Sgrave(n)ma, Sgrave(n)ma(a)de, Schramade, Schrave(n)ma,
Schrave(n)made en er zullen er nog wel meer zijn. Volgens Huizinga
stammen ook Schra,
Schraa, Schraven, Schrauen en zelfs Crama, Schreve en Sekreve van de
oorspronkelijke naam af.
De term ’s gravenmade
is te ontleden tot twee begrippen : graaf en made. Made is het
middelnederlandse
woord voor weiland, dat als hooiland gebruikt wordt. De term komt ook
voor in madeliefje en het Engelse woord voor weiland ‘’meadow’’ is eraan
verwant. Ook in plaatsnamen komen we made tegen bijvoorbeeld Alkemade en
Hoogmade.
Verdeeld over het
landschap met duinen en venen tussen Noordwijkerhout en Haarlem lagen
grafelijke weilanden, behorend bij een grafelijk hof, die gemaaid
moesten worden voor de hooiopbrengst. Dit hooi diende voor het vee dat
de hofhouding in den Haag voedde. Het maaien werd uit de grafelijke
schatkist betaald. De afzonderlijke percelen werden als ‘’ ’s
gravenmade’’ aangeduid. In de loop der tijd verdween het woord ’s
gravenmade als soortnaam en werd het eigennaam voor een specifiek te
lokaliseren gebied.
Op verscheidene locaties
was er land met die naam of met de naam Schrama :
1. in de buurtschap Tetterode (Overveen
/ Velsen) lag land genaamd ’s Gravenmade
(‘’2 hond land in Velsen in de
Broek’’
),
het was een
leengoed van de graaf van Holland in Kennemerland
2. in Rijswijk aan de weg van den
Haag naar Delft
(‘’ 4 morgen land, waarvan 3 morgen 2 hond in ’s-Gravenmade’’,
‘’ 4,5 morgen en
1 hond land in ’s-Gravenmade tussen de Delff en de
Zijdwinde’’,
‘’4 morgen land in ’s-Gravenmade tussen de Oude Delfweg en
de Zuytwinde’’
),
het gaat om
leengoederen van De Lek en Polanen
Langs de Vliet tussen Delft en Rijswijk
ligt een buitenplaats met
de naam 's Gravenmade.
Meer informatie is te vinden op de sites
http://home.tiscali.nl/~kastelenzuidholland/Pages/Gravenmade.htm
en
http://nl.wikipedia.org/wiki/'s-Gravenmade
.
3. ook in de buurt van Leiden (in
Leiderdorp) blijkt een stuk land gelegen te hebben met de naam
’s
gravenmade (zie
)
4.
in 1604 wordt er gesproken
over een stuk land "de 's Gravenmade" te Noordwijk, Langeveld
(zie
).
5. 2 hont land in Velsen in de Broek genaamd 's Gravenmade (grafelijke leen 23-2-1396)
6. ook kwam de naam Schrama voor in de duinen ten westen van de Zilk, zie >>>>> Schrama in de duinen
7. en last but not least :
's Gravenmade in Bennebroek tussen de Trekvaart
en herberg de Geleerde Man
Bron : Artikel door Martin Bunnik over
's Gravenmade wonen op de weide
van de graaf gepubliceerd in het tijdschrift HeerlijkHeden
(winter 2015) van de Historische Vereniging Heemstede-Bennebroek
(website http://www.hv-hb.nl).
Over het ‘’ ’s gravenmade’’ van Bennebroek zijn
mij de volgende zaken bekend.
Het ‘’ ’s gravenmade’’ van Bennebroek komen we
reeds tegen in 1316/1317. In de rekeningen van de graaf van Holland
staat onder andere ‘’Item van sgravenmade te mayene in den Veen te
Haerlem van 28 maden’’. In de rekeningen worden meerdere items ‘s
gravenmade genoemd met verschillende omschrijvingen en verschillende
afmetingen.
In de rekening van Gheraert die Ever (houtvester van Holland) uit
1342/1343 komt de volgende post voor : ‘’Item noch uutghegheven Gheraert
de bonghenaer van mijns heren des graven made te mayen, van 20 maden,
die gheleghen zijn nortwart
van Heemsteden, van elker made 18 d., maken...30 s.’’
In voor ons begrijpelijk taal betekent dat ‘’De graaf van Holland bezat
in 1342/1343 20 maden weiland bij Heemstede. Voor het maaien kreeg
Gheraert de bonghenaer 18 penningen per made uitbetaald, oftewel in
totaal 30 schellingen.’’
Het ’s Gravenmade in
Bennebroek behoorde waarschijnlijk tot het grafelijk kasteel Vogelenzang
(later : het Huis Vogelenzang). Tijdens hertog Philips van Bourgondië
deed men in 1464 ’s Gravenmade van de hand.
Zie ik daar voorvader Floris achter de boom ?
Bron : Hillegomse Geschiedenissen, A.M. Hulkenberg,
blz 16
In de
eerste helft van de
Middeleeuwen liepen in de ‘’wildernis’’
van Aerdenhout en
Bennebroek nog wilde runderen (onder andere de oeros en de wisent) rond. In een akte uit 1464 betreffende ’s
Gravenmade onder Bennebroek wordt een weide vermeld waar wilde runderen
(‘’sauvatumes de latide foreest’’
) ‘s winters met hooi
gevoerd werden en het land is in 1464 ‘’vaque’’
en voor niemand van
enig nut. Eens per jaar wordt het gemaaid en het hooi wordt dan in het
bos opgeslagen voor de wilde ossen, koeien, stieren en andere wilde
dieren. Daar het land droog is en slechts ‘’grosse herbe’’ (hooi van
slechte kwaliteit) oplevert, is het moeilijk te verpachten. In de late
Middeleeuwen zijn er niet veel wilde runderen meer, er zijn slechts drie
of vier grote beesten die van de hooi-opbrengst genieten kunnen. In
mei 2007 zijn er weer wisents uitgezet in de duinen.
Er is ook een oude
hofstede ’s Gravenmade in Bennebroek, van wanneer die dateert is niet bekend. Vanaf 3
september 1464 kent de hofstede een rij van eigenaars. Het is een
boerenhofstede met een klein buiten of zomerverblijf daaraan verbonden.
Deze hofstede wordt vermeld in een gunstbrief
uit 1476, door Karel
de Stoute verleend.
Op 7 maart 1478 werd
ene Simon Gerritsz van Rietwijk eigenaar van een stuk land, genaamd ’s
Gravenmade, in Bennebroek ter grootte van 16 morgen.
De oudst bekende ’s
Gravenmade heette Floris Lourisz en leefde van circa 1460 tot
1510. Hij is, voor zover nu bekend, dus onze stamvader (na Adam
natuurlijk). Maar harde bewijzen zijn er (nog) niet, dat zo de naam
van ons geslacht ontstaan is. Floris was pachter van de hoeve gelegen op
de Gravenmade onder Bennebroek.Na Floris waren zijn twee zonen woonachtig op ’s Gravenmade.
Claes Florisz. woonde op 8 januari 1538 op 's Gravenmade in Bennebroek,
dat hij in leen had.
Toen werd het
verkocht en het was de laatste vijf jaar door hem in gebruik geweest.
Cornelis Florisz was
op 4 maart 1539 gebruiker van een hofstede gelegen in de ban van
Heemstede ten noorden grenzend aan ’s Gravenmade, waarvan de helft met
land daarom verkocht werd door Willem Gerritsz van Berkenrode.
Misschien woonden de twee broers ieder wel in de helft van dezelfde
boerderij ? In 1553 woonde Maerten Claesz van ’s Gravenmade nog in
Bennebroek en huurde een huis met 21 morgen grond van Mr. Pieter Isaacs
uit Amsterdam en 9 morgen van Anna Boen uit Hillegom.
De Trekvaart
doorsneed een deel van het westelijke ‘s gravenmade. Uit 1758 dateert
een verklaring van de ingezetenen van Bennebroek, dat zij steeds gehoord
hebben van de oudste inwoners, dat na het graven van de Trekvaart (1657)
het aan de ingezetenen van Bennebroek is toegestaan om van en naar de
trekschuit over het land van ’s Gravenmade te gaan. En dat de twee
laatste Vrouwen
van Bennebroek deze gunst ook gaven aan de Rooms Katholieken te
Bennebroek om naar de R.K. kerk in Vogelenzang te gaan. Ook was het bij
sommige gelegenheden, na voorafgaande toestemming, toegestaan met wagens
over het land te rijden voor vervoer van goederen of personen van / naar
de trekschuiten. Maar het rijden over dit land was geen recht,
maar een gunst.
Bovenin staat dat de duinen van Brederode ''genaempt'' waren ''De
Leijduijnen''. Het bos daaronder in het midden heet ''pratersbosken''.
Links daarvan staat ''Affpaelinghe van de Duijnen van de Graeffelicheyt
ende van Brederode''. Links daaronder staat ''Het Duijntghen van de Graeffelicheijt''.
Rechts daarvan staat ''Landen
van 's Gravenmade'' en daarboven helemaal rechts ''Plantage van Willem Schaep''.
Rechtsonder de ''Landen van 's Gravenmade'' is de
Hofstede van Sgravenmade getekend. Het huis links is van de duinmeier Jan Huijbertsz. De weg
daaronder is genaamd ''De groote Heemsteder Heerewegh'', daarboven staat
''Wildernisse van Heemstede'' en daaronder
staat ''Duijnen van Heemstede''.
Rechtsonder staat ''Metinghe ende Affteijckeninghe van seeckere
Affpaelinghe tusschen de duijnen van de Graeffelicheijt ende van
Brederode gedaen bij Gecommitteerde van de Camere van de Reeckeninghen
ende van den Heere van Brederoode den iien (2en) Augusti des jaers xvic
(1600) vijff ende veertigh (dus 1645) Ten overstaen van mij
ondergeschreven landmeter Heijnderijck Symonzoon Duijndam''.
Linksonder staat:
"Distancie van de Palen op 't scheijt tusschen de Graeffelicheijt ende
Brederode gestelt."
Van de eerste pael totte tweede 13:1: -
van de tweede pael totte derde 11:0: -
van de derde pael totte vierde 34:6: -
van de vierde totte vijffde 16:8: -
van de vijffde totte seste 30:2: -
van de seste totte sevende 21:11:6
van de sevende totte achtste 3:9: -
-------------------------------------------------
van de eerste totte laeste pael 131: R 1 v, 8 duijm"
(roeden, voeten en duimen).
Bovenstaande kaart
verkregen
van Hans Krol van de
Vereniging Oud Heemstede-Bennebroek
(nieuwe naam : Historische
Vereniging Heemstede Bennebroek).
Tekst-transcriptie door Frans Tames van het
Noord-Hollands Archief.
Kaart van herberg De Oude Geleerde Man aan de Herenweg (huidige
Rijksstraatweg) met huizingen, grond, boomgaard, kaatsbaan en werf,
groot 241 roeden, door Adriaan pauw, heer van Bennebroek, in
erfpacht gegeven. Onder: de Heerenweg, boven links:
Gravemade. Kaart
vervaardigd door Jan van Leeuwen, 19 augustus 1682. Inv.nr. K 27/A
Bron : HVHB-archief.
Bovenstaande kaart is aanwezig in het N.H.Archief (Heerlijkheidsarchief
Bennebroek).
Verkregen
van Hans Krol van de
Vereniging Oud Heemstede-Bennebroek (nieuwe naam : Historische
Vereniging Heemstede Bennebroek).
In het oosten was de
grens van de weilanden de Heereweg in Bennebroek , bij Herberg De
Geleerde Man. In het westen strekte het land zich uit tot de duinen van
Brederode (Vogelenzang). De hofstede werd in 1660 omschreven als
‘’zekere woninge en landen,van ouds genaamd ’s Gravenmade, groot 26
morgen en 216 roeden,
bestaande uit wey- en teelland, mitte boomgaerd en huysinge’’. In 1726
omschreef men het zuidelijke deel van de boerderij als ‘’een
huijsmanswoninge met huis, stalling voor ruijm 20 koeijen, paardestal,
hooijberg, wagenschuur en karnmolen’’. Dat was voor die tijd een
royale boerderij en het was nog maar de helft.
Op 15 december 1775
kocht Mr. Herman Gerlings, regerend schepen van de raad der stad Haarlem
voor 25.000 gulden het Huis te Bijweg vergroot met een stuk land genomen
van de landerijen van ’s Gravenmade en was daar met zijn gezin gaan
wonen. In 1780 kocht hij ook de hofstede ’s Gravenmade voor 4350 gulden.
In 1808 erven de weduwe van Mr. Herman Gerlings en haar 10 kinderen Huis
te Bijweg en een tuinmanswoning met stalling genaamd ’s Gravenmade.
De hofstede is in
1826 afgebroken. Herman Gerlings is de vader van Herman Willem
Gerlings, deze laatste trouwde met Clazina (Claasje) Schrama.
Meer info in
Clazina
Schrama geboren 1 mei 1777
Terug naar waar woonden zij
Terug naar Achtergrondinformatie
Regionaal
Historisch Centrum Leiden
Toegang: 503 Inventaris van de archieven van de kloosters
Archieven
van de kloosters buiten Leiden.
Klooster
Rodenburg te Zoeterwoude.
Stukken
betreffende het geldelijk beheer.
Eigendomsbewijzen van landen en renten buiten Leiden. Nummer: 1531 Beschrijving: Eigendomsbewijzen van 2 en 2½ morgen land, bij het
huis te Zijl in Leiderdorp, 1473. Materiële omschrijving: 2 charters Datering: 1473-1473 Opmerkingen: Regest(en): 1526 1526. Jonkvrouw Katrijn Wten Ham,
gehuwd met Willem van den Zijl, erkent voor leenmannen van de
heer van Wassenaer afstand gedaan te hebben van de lijftocht,
die zij had op de Calvercamp, groot 2 morgen, en op een kamp
land, genaamd de Petten, groot 2½ morgen, bij Willemshofstede
ten Zijle, tussen de landerijen, genaamd ts
Gravenmade en
Zeverijnswerf in Leyderdorp. 1473 november 24. 1527 1527. Willem
van den Zijl erkent verkocht te hebben aan Lijsbet Dircxdochter,
weduwe van Engebrecht Claisz., en aan de voogden over haar
weeskinderen de Calvercamp, groot 2 morgen, en de Petten, groot
2½ morgen land, gelegen bij zijn hofstede ten Zijle, tussen ts
Gravenmade en de
Zeverijnswerf in Leyderdorp, met het recht van gebruik van de
Zijllaen, behalve voor jaagpaarden. Dit land werd door Willem en
zijn voorouders in leen gehouden van de heer van Wassenaer en
was 23 november 1473 uit het leenverband ontslagen. 1473
november 24.
08-10-1604 : Cornelis Gerritszn. wonende Langeveld is
schuldig aan de Heren van de Rekeningen van Holland 75
gulden wegens 5 jr erfpacht van 9½ morgen land genaamd
de ‘s-Gravenmade gekomen van het eerste deel van de
Langevelder duinen met waarborg zijn woning waarin hij
woont als huis met hof, schuur en berg alsmede 4 morgen
4 hond land gelegen in het Langeveld, belend ZW Dirck
Corneliszn. Commer met bruikwaar, NO Gerrit Gerritszn.
Roo met erfpacht, ZO Pieter Adriaenszn. Hartoch en W
Dirck Corneliszn. Commer voorsz. met Matthijs Jacobszn.
23v. 08-10-1604. Cornelis Gerritszn. wonende te
Noordwijk op Zee beloofd te betalen aan Nicolaes van der
Wiele rentmeester van de Universiteit van Leiden 145
gulden wegens koop van de tienden in 1598 gekocht met
hypotheek op zijn woning als huis met hof, schuur en
barg alsmede 4 morgen 4 hond land gelegen in Langeveld
als hiervoor vermeld. Bron : het Rechterlijk Archief van Noordwijk, inv. nr.
166, fol. 23.
In deze tijd was de windroos als het ware een kwartslag
naar links gedraaid: het westen noemde men het noorden
en het noorden werd het oosten genoemd. Het Noordeinde
in Den Haag loopt bijvoorbeeld naar het westen en het
ten zuiden van Den Haag gelegen gebied heet nog altijd
Westland. Ten noorden van Heemstede moet in dit geval
dus worden gelezen als "ten westen van Heemstede".
Start | Omhoog | Inleiding | Verantwoording en betrouwbaarheid | Herkomst van de naam 's Gravenmade | Welgeborenen | Leenmannen | Het landschap van de Duin- en Bollenstreek | Van eerste bewoners tot dorpen | Akker- en tuinbouw | Veeteelt | Mest, turf en zand | Konijnen | Blekerijen en wasserijen | Kalkovens en steenfabrieken | Beroepen | Vervoer over land | Vervoer over water | De aanleg van de trekvaart | Landbezit | Woningen, boerderijen en interieur | Communicatie | Politiekbuiten | alle dorpen in de Bollenstreek | Lisse | De Zilk | Noordwijkerhout | Sassenheim | Voorhout | Vogelenzang | Heemstede | Bennebroek | De Kerk | De Maatschappij | Het Huwelijk | Bevruchting en bevalling | Het Gezin | Het Huishouden | Gezondheid(szorg) en hygiëne | Eten, drinken en genotsmiddelen | Vermaak | Onderwijs | Inkomen, uitgaven en prijzen | Beroepen en functies van de voorouders
|