Via Achtergrondinformatie allerlei info over de Bollenstreek (geografisch, historisch, maatschappelijk e.d.)      Ga bij problemen naar PROBLEMEN

 

 

 Terug naar Achtergrondinformatie

Konijnen

[1] Konijnen kwamen oorspronkelijk alleen voor in de Sahara in West-Afrika. In de Romeinse tijd werd het leefgebied uitgebreid tot Zuid-Europa, waar het ook warm is en daarna tot in onze duinen. De duinen waren 's zomers een prima plek voor de konijnen. Aan de zuidkant kon de temperatuur overdag oplopen tot liefst 60°C . Maar dan kwam de winter en vooral met sneeuw heeft een konijn moeite, want dat kwam in de Sahara en in Zuid-Europa niet voor. Het is een wonder dat de konijnen de Hollandse winters overleefden. Dat was niet mogelijk zonder ingrijpen van de mens. Ze bleven leven, omdat ze werden bijgevoederd door de duinmeiers (met rapen, wortels, hooi en stro). Bovendien werd na een strenge winter een jachtverbod ingesteld.  

[2] Volgens de overlevering zouden de bewoners van de kuststreek het smakelijk gebruik van konijnen van de Romeinen geleerd hebben. De duinbewoners werden door hen met de naam ‘’Caninefaten’’ (konijnenvatters) aangeduid. Of dit historisch juist is, is nog maar de vraag. 

[3] In de kuststrook van Holland krioelde het in de Middeleeuwen van de konijnen, uitgezet voor bont en vlees, in de winter bijgevoed en zorgvuldig opgefokt. 

[4] [5] [6] [7] [8] [9] [10] Vanaf 1200 ontstonden in Europa beschermde gebieden, ’’konijnenwarandes’’’ genaamd, ook in onze streek. [11] De oudste vermelding dateert uit 1342 toen graaf Willem IV ‘’die warande van der conijnen’’ ten zuidwesten van Haarlem schonk aan Dirk van Brederode. Het (juridische) begrip ‘’warande’’ impliceerde een exclusief jachtrecht voor bepaalde diersoorten voor de leenheer en zijn leenmannen. Binnen de warande was het weiden van vee en het kappen van bomen en takken aan zeer strenge regels gebonden. Er werden fretten gebruikt om de konijnen uit hun hol te jagen en dan was het een makkelijke prooi voor de jager. Om te voorkomen, dat de fret een konijn ving werd de fret gemuilkorfd of de bek werd dichtgenaaid. [12] Van de grootste vrouwtjesexemplaren werden steeds de oren gecoupeerd ('geoormerkt'), zodat bij jagers geen verwarring kon ontstaan over de af te schieten dieren.

De bewoners van de streek waren verplicht om honden te ‘’blokken’’ (een houten kraag om de nek hangen) of te ‘’poten’’ (afknijpen van een voorpoot). Bij katten diende men de oorschelpen af te snijden, dan kropen ze niet in de konijnenholen vanwege het zand in de oren. Ook de Schrama’s bij de duinen zullen met deze onsmakelijke maatregelen te maken gehad hebben. Op stropen stonden zware straffen, bij recidivisten werd een hand afgehakt of werd het rechteroog uitgestoken en als men dan nog hardnekkig was ook het linkeroog of de andere hand aan de beurt. [13] Natuurlijke vijanden, zoals vossen en bunzings, werden rond 1400 in de duinen uitgeroeid.

De konijnen werden doelbewust  uitgezet voor de jacht, enerzijds voor het vlees maar ook om de huiden voor kleding. [14] De konijnenoogst was groot, het Keukenduin van het slot Teylingen bij Lisse leverde omstreeks 1560 jaarlijks 2400 hapklare beestjes op. Het vlees werd gezouten en in tonnen bewaard. Ook de pels was fel begeerd voor het maken van adellijke bontjassen. Een oude kroniek uit de 16e eeuw schat de opbrengst aan konijnenvellen in Holland op 6000 gulden per jaar.
De konijnenpopulatie werd, vooral in de winter, op allerlei manieren op peil gehouden zoals bijvoederen, jachtverbod, aanleg van kunstmatige konijnenbergen en uitroeiing van roofdieren bijvoorbeeld de buizerd en de wezel.
Er bestond ook zoiets als ‘konijnenrecht’’, de graaf van Holland verpachtte dit recht aan ‘’duinmeiers’’ die de duinen beheerden. Op 31 mei 1591 verkreeg Claes Maerten ’s Gravenmade de Zilker duinen (ter grootte van 52 morgen [15]) in eeuwig durende erfpacht voor 120 Carolus guldens per jaar. Hij werd zo een duinmeier en had zo de leiding verkregen over de verdere verpachting. [16] Zijn voorganger kreeg als afkoopsom 150 gulden en honderd koppels levende konijnen. Die waren er toch zat ! Om alles naar wens te laten verlopen moesten er natuurlijk door de buren onderling wat regels worden opgesteld. Zo komen ze overeen, dat ze alle profijten die van de duinen zullen komen naar gelang hun aandeel zullen delen. Dat betrof bij voorbeeld het verpachten van ‘’het konijnen’’ (d.w.z. het recht om konijnen te mogen vangen), het planten van elst en het zaaien van koren. In 1632 stellen de ‘’gezamenlijke buren’’ een ordonnantie op waaraan de pachter die het recht pacht om konijnen te vangen zich zal moeten houden. Zo zal hij met Kerstmis al de ‘’buren’’ een paar konijnen moeten geven en bij het betalen van de pacht ook nog een half vat best bier. Toch wel een gezellige boel daar in de Zilk, konijnenboutje en een pilsje erbij.  [17]

[18] In het begin was het konijn een delicatesse voor de allerhoogste sociale klasse. Zodra er meer aanbod kwam degradeerde het beestje echter langzaamaan tot voedsel voor het volk, dat op markten in de steden te krijgen was.
[19] De konijnen werden flink doorgefokt en er zijn aanwijzingen over moederkonijnen, die op grootte werden geselecteerd. De 'goeien' kregen een knip in het oor en mochten niet worden afgeschoten. Door op grootte te selecteren fokte men uiteindelijk een grotere soort. [20] In de tijden, toen konijnenboutjes op geen burgerlijk feestmaal ontbraken, was het schieten van konijnen een groot voordeel voor de duinmeiers. Claes Maerten heeft hier vast van geprofiteerd. Konijnenduinen werden dan ook in de verponding (belasting) hoger aangeslagen dan gewone geestgronden.

De konijnen waren vaak aanleiding tot vele conflicten tussen enerzijds de boeren en duinbeheerders en anderzijds de graaf en zijn jagers.  Claes Maerten  zal best wel te maken gehad hebben met conflicten, tussen hemzelf als duinmeier en zijn buren of boeren met land in de duinen, of boeren die de konijnen stand op peil hielden door strikken te plaatsen en de vangst aan ‘’moeder de vrouw’’ gaven. Claes Maerten zal ook wel ‘’klem’’ gezeten hebben tussen de graaf en zijn jagers enerzijds en zijn buren anderzijds. Er werd verordonneerd, dat er sloten moesten komen tussen de duinen en de landbouwgronden. Aan de duinzijde moest de helling flauw zijn, anders zouden de konijnen verdrinken. Aan de andere zijde mocht de sloot stijl en hoog zijn.Toch raakten veel konijnen te water en ondanks de maatregelen bleef het een plaag. Bij droog weer was er geen water in de sloot en dan was het één groot feest voor de konijnen in de akkers. Er waren echter ook boeren, met graanvelden in de duinen, die afspraken met de graaf dat de konijnen in de graanvelden hun buik vol mochten eten tegen een korting op de pacht. Lijkt mij wel iets voor de Schrama’s, die zijn niet vies van dergelijke praktijken. Er werd toentertijd namelijk volop graan gekweekt in de duinen. Al sinds de Romeinse tijd is er landbouw in de duinen, dat is tegenwoordig ondenkbaar. De konijnen waren tot op zekere hoogte afhankelijk van die landbouwgewassen.
Vanaf de 16e eeuw liep het uit de hand met de konijnenstand. [21] In 1518 werd de meesterknapen van Holland gelast de konijnen zoveel mogelijk uit te roeien in het Hillegommer Bos. De boeren leden schade op hun akkers en de konijnen kregen de schuld van het ontstaan van zandverstuivingen in de duinen. [22] Boeren en grote heren die in de 17e eeuw langs de duinrand mooie buitenhuizen met luxueuze tuinen hadden aangelegd, gaven de konijnen de schuld van de zandverstuiving.
Dat gaf natuurlijk herrie, want de Graaf van Holland (eigenaar van de konijnenrechten) wilde zijn lucratieve inkomsten niet opgeven. De boeren kwamen op voor het behoud van landbouw langs de duinen en de heren voor de dure planten in hun tuin. Door deze gecultiveerde konijnenplaag verschraalde in de loop der tijd de begroeiing en kreeg het landschap het uiterlijk, dat wij heden ten dage als natuurlijk en oorspronkelijk beschouwen.
Vanaf 1600 is gewerkt aan het ‘’depopuleren’’ van de duinen en was het verboden ‘’konijnen te planten’’. Onder andere werd men verplicht holen uit te graven en het waren fantastische tijden voor de stropers. Dat kan ik me zelfs nog herinneren, een kennis van mijn vader kwam regelmatig een konijn brengen en kreeg in ruil daarvoor een fles jenever. Dat was een goede ruil voor de kennis, want zijn broer was jachtopziener. In 1608 was de plaag nog niet verminderd en kregen de boeren vergunning om de konijnen te vangen en uit te delven. [23] Bij het delven (graven) naar konijnen in hun holen gebeurde het wel eens dat de berg van twee meter zand begon te schuiven als een lawine en de graver levend begraven werd. In de Franse tijd is het de Franse soldaten gelukt de duinen, door te jagen, vrijwel geheel van konijnen te ontdoen. [24] In een mum van tijd hadden de Fransen de hele konijnenvleesberg geconsumeerd (opgevreten). Twee jaar later (ook in een mum van tijd) waren er al weer teveel konijnen.

[25] Aan het begin van de 20e eeuw werden bij duinjachten op één dag soms 700 tot 1200 konijnen geschoten. Dirk Klinkenberg had een heel speciale manier van ‘’stropen’’ : in de winter lag er boerenkool aan de binnenzijde van het geopende kelderraam, de hongerige konijnen moesten ver reiken om ervan te kunnen eten en dan vielen ze anderhalve meter naar beneden de kelder in. Maar dat kon je Dirk toch niet euvel duiden !!!! 

Naar boven


[1] Bron : Geschiedenis met een groen randje, Petra van Dam,http://www.teleac.nl/jota/aflevering.jsp?aflnr=38607

[2] Bron : Lezen in het duin, Gert Baeyens en Jaap Duyve, Stadsuitgeverij Amsterdam / Gemeentewaterleidingen Amsterdam, 1991

[3] Bron : Geschiedenis met een groen randje, Petra van Dam,http://www.teleac.nl/jota/aflevering.jsp?aflnr=38607

[4] Bron : De Duin- en Bollenstreek in caert gebracht, J.J.J.M. Beenakker

[5] Bron : 750 jaar kerk in Hillegom, J.J.J.M. Beenakker

[6] Bron : Lisse op de grens van droog en nat, J.J.J.M. Beenakker

[7] Bron : Hillegomse Geschiedenissen, A.M. Hulkenberg

[8] Bron : ‘t Vermaaklijk Hillegom, A.M. Hulkenberg, uitgeverij Repro-Holland, Alphen a/d Rijn, 1972

[9] Bron : Heemstede in de historie, Leven, werken, handel en koehandel in de woonplaats van Emece, mr. JW Groesbeek

[10] Bron : Geschiedenis met een groen randje, Petra van Dam,http://www.teleac.nl/jota/aflevering.jsp?aflnr=38607

[11] Bron : Lezen in het duin, Gert Baeyens en Jaap Duyve, Stadsuitgeverij Amsterdam / Gemeentewaterleidingen Amsterdam, 1991

[12] Bron : Geschiedenis met een groen randje, Petra van Dam,http://www.teleac.nl/jota/aflevering.jsp?aflnr=38607

[13] Bron : Geschiedenis met een groen randje, Petra van Dam,http://www.teleac.nl/jota/aflevering.jsp?aflnr=38607

[14] Bron : Lezen in het duin, Gert Baeyens en Jaap Duyve, Stadsuitgeverij Amsterdam / Gemeentewaterleidingen Amsterdam, 1991

[15] Rijnlandse morgen = 0.8516 hectare

[16] Bron : Gezichten in de Bloembollenstreek, Hulkenberg

[17] Bron : Hillegomsche Geschiedenissen, A.M. Hulkenberg

[18] Bron : Geschiedenis met een groen randje, Petra van Dam,http://www.teleac.nl/jota/aflevering.jsp?aflnr=38607

[19] Traktaat over de jacht, geheten het "Jachtbedryff" uit 1635.
      Bron : Geschiedenis met een groen randje, Petra van Dam,http://www.teleac.nl/jota/aflevering.jsp?aflnr=38607

[20] Bron : Geschiedenis van Aerdenhout, J.M. Sterck-Proot

[21] Bron : ‘t Vermaaklijk Hillegom, A.M. Hulkenberg, uitgeverij Repro-Holland, Alphen a/d Rijn, 1972

[22] Bron : Geschiedenis met een groen randje, Petra van Dam,http://www.teleac.nl/jota/aflevering.jsp?aflnr=38607

[23] Bron : Lezen in het duin, Gert Baeyens en Jaap Duyve, Stadsuitgeverij Amsterdam / Gemeentewaterleidingen Amsterdam, 1991

[24] Bron : Lezen in het duin, Gert Baeyens en Jaap Duyve, Stadsuitgeverij Amsterdam / Gemeentewaterleidingen Amsterdam, 1991

[25] Bron : Lezen in het duin, Gert Baeyens en Jaap Duyve, Stadsuitgeverij Amsterdam / Gemeentewaterleidingen Amsterdam, 1991
 

Terug naar Achtergrondinformatie

      

 

             

 

 

 

 

 

 

 

 


 

 

 

 

 



 

Konijnen  Ik raad U aan eerst de

free web stats
.-.